Wanneer wij een kitten van een paar dagen of een paar weken oud in onze handen krijgen, is het moeilijk voor te stellen dat dit kleine bolletje pluis zich zal ontwikkelen tot een volwassen huiskat. Toch is dat moment er sneller dan je denkt. Voordat ze dat punt bereiken, doorlopen ze een aantal ontwikkelingsfasen. Voor zowel pleeggezinnen als voor kittenbaasjes is het handig te weten hoe een kitten zich ontwikkelt, dit helpt je namelijk begrijpen waarom ze doen wat ze doen. Zo kun je goed inspelen op hun gedrag en behoeften. Ook begrijp je beter waarom kittens plaatsen vóór een leeftijd van minimaal 10 weken niet goed is voor de ontwikkeling. Ik geef hierin wat algemene tips en adviezen per fase.

 

Ik zeg het wel vaker in blogs en ik vind het ook hier belangrijk om te vermelden: Net als bij mensen is elk individueel kitten anders. De ontwikkeling per kitten kan dan ook flink verschillen, zelfs bij nestgenoten. Ik benoem hier dan ook de algemene ontwikkeling. 

Kitten (0-6 maanden)

Wanneer een kat nog kitten is, verschilt in de boeken. Ik ben voor het einde van de kittentijd uitgegaan van het moment dat kittens hun melkgebit hebben gewisseld naar een volwassen gebit. 

Neonatale fase (0-2 weken)

Gedurende de neonatale fase ontwikkelen kittens zich vooral fysiek. Als ze worden geboren, kunnen kittens nog niet zien of horen. Hun geur is wel heel goed ontwikkeld, waardoor kittens van een paar daagjes oud al kunnen blazen naar onbekende geurtjes. Kittens die in deze fase verschillende mensen hebben geroken en gevoeld, hebben een hele mooie start in de socialisatie. Let daarbij wel op dat je het niet overdrijft, vooral bij een erg beschermende moederpoes. Soms gaat het winnen van het vertrouwen van moederpoes in deze fase voor het vasthouden van de kleintjes, bijvoorbeeld als je als pleeggezin een verwilderde of argwanende moederpoes opvangt.

Bij weeskittens is deze periode de meest intensieve periode wat betreft zorg. Je moet ze warm houden, zorgen dat ze elke paar uur melk krijgen en helpt ze hun stoelgang op gang te brengen door over hun buikjes te wrijven.

Gedurende deze fase gaan de oogjes rond dag 8 en de oortjes rond dag 9 open. Dit is het moment dat de kittens langzaamaan ook nieuwsgieriger worden naar de wereld om zich heen.

Eerste socialisatiefase (3-7 weken)

De eerste socialisatiefase is de periode waarin de kittens de wereld om zich heen gaan verkennen. Hun zicht en gehoor ontwikkelen zich verder en ze worden elke dag iets brutaler. De wereld rondom hun nest wordt steeds groter en de kittens gaan hier vooral nieuwsgierig mee om. Ze doen hun moeder na op veel gebieden, zo leren ze van moederpoes hoe ze het beste basisvaardigheden kunnen uitvoeren als wassen, gebruik maken van de kattenbak en het eten van vast voer.

Wat positief geldt, geldt ook ‘negatief’. Heb je een angstige moederpoes die mensen niet vertrouwt? Dan zal ze haar kittens leren dat ze op hun hoede moeten zijn als er mensen in de buurt zijn. Socialiseren is dan een tikkeltje uitdagender, maar zeker niet onmogelijk. Het is wel een extra reden om ook te investeren in de relatie en het vertrouwen van moederpoes.

Angst speelt nog minder een rol in deze fase, waardoor het gemakkelijker is om ze te laten wennen aan geluiden, geuren en bewegingen. Als kittens in deze fase positieve ervaringen opdoen met huishoudelijke geluiden als een stofzuiger, het geluid van de radio, een tv en contact met verschillende soorten mensen., zullen ze dit daarna als ‘normaal’ gaan ervaren. Daarbij geldt dat hoe meer ervaringen ze in die tijd op doen, hoe groter hun referentiekader en hoe beter ze in de toekomst omgaan met nieuwe situaties.

Heb je een nestje kittens van deze leeftijd in huis, zorg dan ook dat je veel visite laat langskomen (ook kinderen) en kennismaken met ze en breng zelf veel tijd met ze door. Speel met je kittens en doe gekke dingen als ronddansen in een gorillapak. Laat ze kennismaken met geurtjes van buiten door een blaadje mee te nemen uit het park en (niet onbelangrijk) zorg dat ze bekend raken met fysiek contact: pak ze geregeld op en ‘controleer’ hun oren, ogen, vacht, staart en pootjes.

 

Daar plaats ik wel een opmerking bij: heb je een moederpoes in huis die jou niet vertrouwt of die zelf niet zo goed is gesocialiseerd? Maak dan de afweging ook gebaseerd op haar verdere ontwikkeling en vertrouwen. Vanaf een leeftijd van 5 a 6 weken durven wij kittens zo nu en dan in duo’s weg te halen uit de kittenkamer en een uurtje mee te nemen naar een andere ruimte. Voorwaarde is wel dat er minimaal één kitten bij de moeder blijft. Heb je een bange (of boze) moeder? Dan kun je op deze manier het staartje van de eerste socialisatieperiode gebruiken om je kittens te laten wennen aan bepaalde invloeden zonder dat je haar heel erg laat schrikken.  

Tweede socialisatiefase (8-16 weken)

De tweede socialisatiefase is de belangrijkste fase als het gaat om de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Kittens spelen in deze fase veel met elkaar, nog meer dan in de eerste socialisatiefase. Ze leren zo het sociale ‘abc’ der katten van elkaar en van hun moeder. Als ze te ruw spelen worden de grenzen onderling aangegeven. Deze basis is van groot belang op latere leeftijd, bijvoorbeeld omdat ze hebben geleerd niet (hard) te bijten of krabben. Een weeskitten dat alleen opgroeit, mist al deze sociale ervaringen. Daarom worden eenlingen vaak gekoppeld aan andere kittens.

Ook naar mensen toe kunnen kittens in deze fase nog een hoop leren. Ze staan nog goed open voor nieuwe invloeden en hoewel kittens die pas in deze fase met mensen in contact komen terughoudend kunnen zijn en al meer voorzichtigheid laten zien, kunnen ze nog heel goed wennen aan mensen en lieve, sociale huiskatten worden. De socialisatie vraagt dan alleen wat meer tijd en inspanning.

Moederpoes zal zich in deze fase steeds vaker wat distantiëren van het nest. Zij verwacht dat de kleintjes (ook) voor hun eigen eten kunnen zorgen, je zult dan ook zien dat de kittens zelfstandiger worden en grotere hoeveelheden brokjes gaan eten. Moederpoes slaapt dan ook steeds minder vaak bij de kittens. Maar in de opvoeding gaat ze een stapje verder. Ze zal steeds vaker ingrijpen als kittens ongewenst gedrag vertonen en de kittens zoeken de grenzen steeds vaker op.

Leuk om te zien is dat ze op prooitjes gaan jagen als hier toegang toe is. Dit kan ook een spinnetje of vliegje of een speelgoedmuisje zijn. En hoewel moederpoes nog wel voedt, wordt dit naarmate de kittens ouder worden, steeds minder. Ze zal de kittens soms zelfs heel duidelijk afwijzen als ze proberen te drinken. Dit is een belangrijk onderdeel van het socialisatieproces. De kittens leren omgaan met afwijzing en teleurstellingen.

Haal je kittens eerder dan of al vroeg in de tweede socialisatiefase weg bij hun moeder, dan krijgen zij deze levenslessen niet goed mee met een vergroot risico tot gedragsproblematiek als gevolg. Dit is al helemaal een probleem wanneer kittens ook weggehaald worden bij nestgenootjes, omdat ze dan helemaal niet de basis leggen voor het luisteren naar grenzen van anderen.

Let op: ook weeskittens doen deze ervaringen niet op in deze periode. Daardoor kunnen ze later gedragsproblemen ontwikkelen die voortkomen uit frustratie en het niet goed oppikken van grenzen van anderen. Een vriendelijke, consequente opvoeding is daarom nog belangrijker, maar besef je ook dat een mens nooit volledig de rol van een moederpoes kan overnemen, al is het alleen maar omdat wij de subtiliteit van kattentaal nooit volledig kunnen begrijpen of uitdrukken.

Persoonlijk weetje

Izhara (Izzy) zat bij het eerste nestje dat ik opving voor Dierenopvangcentrum Breda. Zij en haar zusjes waren enkele dagen oud toen ik ze in huis kreeg en hadden geen moederpoes meer. Ik besloot haar te houden en heb de meest aanhankelijke, lieve poes aan haar. Ik ben naast haar baasje immers ook degene die haar met de fles heeft grootgebracht. Zij en haar zusjes waren daarom enorm mensgericht. Maar Izzy heeft ook andere duidelijke kenmerken van een weeskitten. Ze is enorm drammerig en snapt ‘nee’ niet. 

Daardoor roept ze ook irritatie op bij onze andere kat, Granger, die juist heel goed en duidelijk ‘kat’ spreekt. En Izzy raakt uiteindelijk elke keer enorm gefrustreerd omdat ze blijft proberen, zonder succes. Dit heeft er zelfs voor gezorgd dat zij zich uit frustratie soms kaal likt. Mede daarom sta ik er volledig achter dat, wanneer er een moederpoes in beeld is, kittens vanuit Dierenopvangcentrum Breda tot ongeveer 13 weken bij hun moeder blijven. Ik zie dagelijks wat het gevolg kan zijn van moederloos opgroeien, al hadden we daar in het geval van Izzy natuurlijk geen keuze in.

Kittens van 17 weken tot 6 maanden

De meeste kittens van deze leeftijd zijn inmiddels geplaatst bij hun nieuwe baasjes. Een spannende en leuke tijd. Voor zowel baasje als mogelijk nog pleeggezin geldt dat deze periode gaat om herhaling en bekrachtiging. Blijf kittens op een positieve manier blootstellen aan nieuwe ervaringen en ervaringen die ze daarvoor al hebben meegekregen.

Zorg dat ze voldoende mensen blijven zien en ervaren en dat ook de kittens dit positief ervaren. Dat houdt ook in dat het belangrijk is kinderen (en volwassenen) duidelijke aanwijzingen te geven wat betreft de omgang met een kitten. Als een kind namelijk constant over de grenzen van een kitten heen gaat, zal het kitten negatieve associaties met kinderen krijgen wat kan leiden tot bijt- en krabgedrag en uiteindelijk zelfs agressie. En vergeet niet dat kittens veel slaap nodig hebben, zo’n 12 a 15 uur per dag. Gun ze – naast al het spel en uitdaging – dan ook voldoende rust en mogelijkheid om zich terug te trekken en stoor ze niet te vaak in hun slaap.

Kittens vanaf de leeftijd van 16 weken ondergaan verder een fysieke transformatie, ze worden steeds meer jonge kat. Ze wisselen van hun melkgebit naar hun volwassengebit, wat ervoor zorgt dat ze bijt- en knaaggedrag kunnen vertonen. Ook kunnen ze vanaf vier maanden geslachtsrijp worden, waardoor ze in hun puberteit terecht komen en hormonaal gedrag kunnen vertonen. Laat ze bij voorkeur castreren voor het zover is.

Op deze leeftijd zijn ze erg speels en energiek, wat inhoudt dat ze nogal eens de boel afbreken als ze hun energie niet voldoende kwijt kunnen. Kittens van deze leeftijd hebben dan ook veel aan een maatje van ongeveer dezelfde leeftijd. Daar bovenop is het van belang veel te spelen met je kleine doerakje(s). Zo ontwikkel je een band met ze.

Ben jij pleeggezin en vang je kittens van ouder dan 16 weken op? Laat jezelf dan niet aanpraten dat socialiseren dan niet meer mogelijk is. Het wordt hoe ouder vaak ook uitdagender, maar katten van alle leeftijden leren nog. Dat betekent ook dat ze kunnen leren dat mensen leuk zijn. De socialisatie levert op oudere leeftijd wel steeds meer stress op, maar een bestaan in het wild is ook stressvol en gevaarlijk. De voordelen dienen dan ook afgewogen te worden tegen de nadelen wanneer de keuze wordt gemaakt om een kat weer terug uit te zetten in het wild na castratie. Ik zou persoonlijk kittens van deze leeftijd zeker nog een kans geven.

Jonge kat (6 maanden tot gemiddeld 3 jaar)

Een kat van zes maanden tot (gemiddeld genomen) twee a drie jaar noemen we geen kitten meer, maar een jonge kat. Jonge katten zijn minder wiebelig dan jongere exemplaren, ze hebben hun zintuigen volledig ontwikkeld en zijn snel, lenig en vol van energie. Op zes maanden is je kitten vaak uitgegroeid tot een lange en slanke versie van zichzelf. Ze zijn echter nog lang niet op hun volwassen gewicht. Fysiek hebben ze dan ook echt nog wel een eind te gaan.

Mentaal gezien ontwikkelt de jonge kat onder andere nog zijn of haar jachtinstinct. Je ziet dan ook dat hun coördinatie steeds beter wordt. Let er wel op dat je je jonge kat in de gaten houdt als je hem of haar naar buiten laat gaan. Het kan zijn dat ze hun weg naar huis nog niet zo goed kunnen vinden in deze periode. En zorg er zeker voor dat je kitten is gechipt voordat je de deur naar de buitenwereld openzet, liever al veel eerder. Kittens en jonge katten zijn namelijk echte avonturiers en voordat je het weet hebben ze (stiekem) zelf hun weg naar buiten gevonden.

Wat heeft een jonge kat nodig?

Voor een jonge kat die zich nog volop aan het ontwikkelen is, is het belangrijk dat hij voldoende uitgedaagd wordt. Speel veel met hem, zorg dat hij moet werken voor zijn eten en daag hem mentaal uit door bijvoorbeeld hindernisparcours met hem te doorlopen en hem te motiveren trucjes voor je te doen.

Een jonge kat heeft heel veel energie en (ik zeg het nog maar eens) de beste manier om te zorgen dat hij deze kwijt kan, is door een andere jonge kat in huis te hebben waar het goed mee klikt (bijvoorbeeld een nestgenoot). Dat ontslaat jou echter niet van de taak om te spelen en (vriendelijk!) op te voeden. Dit is namelijk de beste manier om een goede band op te bouwen met jouw huisdier en te zorgen dat je een goede basis legt voor gewenst gedrag tijdens zijn volwassen leven.

Volwassen kat (vanaf ongeveer 3 jaar)

Volwassenheid houdt in dat je bolletje pluis fysiek is uitgegroeid en sociaal en mentaal gezien de volledige basis heeft gelegd. Wanneer een kat volwassen is, verschilt sterk per ras. Maar voor de gemiddelde huis-tuin-en-keukenkat geldt dat de volwassenheid tussen de leeftijd van twee en drie jaar bereikt wordt. Bij sommige raskatten komt de volwassenheid pas rond de vier jaar.

Wat heeft een volwassen kat nodig?

Een volwassen kat wordt vaak minder actief. Dat betekent niet dat je kat niks meer nodig heeft. Blijf met je kat spelen en geef hem (naast rustmomenten) voldoende uitdaging. Zo voorkom je dat jouw kat inactief en verveeld raakt. Doe je dit niet, dan is de kans op probleemgedrag of overgewicht een stuk groter. Maak de juiste voedingskeuzes gebaseerd op de activiteit van jouw kat: Heb je bijvoorbeeld een kat die liever lui dan moe is? Let dan op dat je ze niet overvoert. En vergeet niet wat ik al eerder zei in deze blog: een kat is nooit te oud om te leren. Wees dan ook niet bang om ze trucjes aan te leren en de opvoeding door te zetten.